Balansventilatie heet zo omdat dit ventilatiesysteem evenveel lucht aanvoert als afvoert: aan- en afvoer zijn in balans. Bij een dergelijk ventilatiesysteem vindt de aanvoer van verse buitenlucht en de afvoer van gebruikte binnenlucht volledig mechanisch plaats door 2 ventilatoren in de ventilatie-unit. Hier komen dus geen roosters in muren of ramen aan te pas. De verse buitenlucht wordt van buiten aangezogen via ventielen. Deze bevinden zich op het dak of in de muur. De verse buitenlucht wordt ingeblazen in de droge ruimtes zoals leefruimtes en slaapkamers. Uit de vochtige ruimtes (badkamer, wc, keuken) wordt de gebruikte lucht afgezogen. Hierdoor ontstaat een prettig luchtklimaat in de woning en een comfortabele temperatuur. Balansventilatie werkt alleen optimaal als het gebouw waarin het wordt toegepast volledig luchtdicht is. Anders gaan er ongewenste luchtstromingen ontstaan met warmteverlies als gevolg. Ook moeten beide luchtstromen perfect gescheiden blijven zodat vuile afgevoerde lucht niet in contact kan komen met verse lucht die naar binnen komt.
Het principe van warmteterugwinning (WTW) zorgt ervoor dat de schone van buiten aangezogen lucht wordt gefilterd en verwarmd door de warmte die zich in de vervuilde lucht bevindt die uit de woning wordt afgevoerd. Een goede WTW-unit kan een rendement tot 95% halen. De verwarmingsinstallatie hoeft dan dus maar 5% van de binnengekomen ventilatielucht op te warmen.
Figuur: de aangezogen verse (groene) lucht wordt opgewarmd door de afgevoerde gebruikte (bruine) lucht